Het industrieel Atrium |Connecting industrial history

Kenniscentrum voor industrieel erfgoed |Documentatie, Informatie, Expositie

Begemann

De Koninklijke Nederlands(ch)e Machinefabriek v/h E.H. Begemann.

Over de hele wereld verspreid kunt u ze tegenkomen: pompen en constructiewerk met het naamplaatje Begemann-Helmond. Ruim 120 jaar was dit bedrijf in Helmond actief. Sinds 1992 rest alleen nog de merknaam voor een productlijn van pompen die elders worden vervaardigd.

Begemann

Het begon allemaal met de oprichting, in 1871, door een werktuigkundige uit Mönchen-Gladbach van een bescheiden ijzergieterij langs de Zuid-Willemsvaart. De sterk groeiende industrie in Helmond en omgeving had behoefte aan een reparatiewerkplaats. Al in 1872 neemt de jonge bedrijfsleider E.H. Begemann (1848-1919) – een predikantenzoon met een technische opleiding – de zaak met behulp van een geldschieter over. Na twee jaar komt ook weer een einde aan de firma Van Hoorn & Begemann en wordt Begemann alleen-eigenaar. De zaken ontwikkelen zich voorspoedig en reeds in 1879 weet Begemann bij gelegenheid van de nijverheidstentoonstelling te Arnhem van koning Willem III de toekenning van het predikaat Koninklijk te verkrijgen. Inmiddels is dan de eigen gieterij in exploitatie bij derden en is het accent steeds sterker op de machinefabricage komen te liggen. Aanvankelijk vervaardigt men voornamelijk gereedschapswerktuigen, vanaf 1875 ook stoommachines en stoomketels.

Het bedrijf loopt op sociaal en technisch gebied voorop. Het kent al gauw een eigen ziekenfonds, een bedrijfsopleiding en ook een eigen muziekcorps (Begemann’s ketelmuziek, later het Helmonds Muziekcorps). Men neemt ondanks de redelijk bescheiden omvang al in 1882 een bedrijfsingenieur in dienst en onderscheidt zich door de eigen ontwerpen van (stoom) machines.

In 1889 wordt de onderneming, die circa 100 werklieden telt, omgezet in een naamloze vennootschap met ir. J.B. Kam als mededirecteur. Deze laatste is sterk sociaal betrokken en speelt een belangrijke rol in het Helmondse sociale leven. Met nieuw kapitaal en versterkt elan gaat de NV de eeuwwisseling tegemoet: het bedrijf is uitgegroeid tot een van grootste constructiewerkplaatsen van het land, Begemann staat bekend om zijn pompen en er is een tijd lang een belangrijke elektrotechnische afdeling aan verbonden. Ondertussen worden nog volop stoomketels en stoommachines vervaardigd, met drijfwerk een van de specialiteiten. In 1909 wordt E.H. Begemann opgevolgd door zijn zoon Paul, die echter al na tien jaar plaats maakt voor ir. A.A. Bienfait. Ondertussen heeft er een vergaande specialisatie plaatsgevonden. Het bedrijf telt twee hoofdafdelingen: de constructie (waarvoor in 1914 een grote overdekte werkplaats wordt opgericht) en de centrifugaalpompen. Bij de seriefabricage van pompen heeft inmiddels een ingrijpende rationalisatie en standaardisatie plaatsgevonden. In de jaren ’20 telt Begemann een 150 arbeiders, dat begin jaren dertig terugvalt tot circa 110, waarna eind jaren dertig een herstel intreedt.

Begemann

Van 1945 tot omstreeks begin jaren ’70 maakt het bedrijf een bloeiperiode door onder J.W. Tuininga. Het eeuwfeest in 1971 kan dan ook met een personeelsbezetting van 450 man gevierd worden. Maar met name problemen in de staalbouw gaan Begemann dan parten spelen. Uiteindelijk leidt dit in 1985 tot een overname door Joep van den Nieuwenhuyzen, die als hardhandige bedrijvendokter de patiënt in eerste instantie weer ter been brengt maar uiteindelijk de goede organen verkoopt en Helmond met een flinke kater en een vervuild fabriekscomplex laat zitten. In 1990 wordt, als eerste, de gieterij gesloten, twee jaar later volgt de overplaatsing van de constructie naar Breda, waar het al snel ten onder gaat. De pompenafdeling wordt verkocht aan Enviro Tech en verhuist naar Blerick.

In 1993 wordt het Begemann complex gesloopt.